Medische tuchtzaken waarbij de verantwoordelijkheden bij het stellen van de indicatie, aanvragen en opvolgen van laboratoriumdiagnostiek centraal staan zijn beperkt. Desalniettemin leveren deze tuchtzaken interessante gezichtspunten op die niet alleen relevant zijn voor de aanvrager, maar ook voor de laboratoriumspecialist.
In deze tuchtzaak heeft de huisarts verzuimd om actief te controleren dat het juiste laboratoriumonderzoek is aangevraagd door de assistente. Dit verzuim heeft tot verstrekkende consequenties geleid voor de betrokkenen.
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) in Den Haag stelt dat onder verantwoordelijkheid van de huisarts een onjuiste uitslag van bloedonderzoek is doorgegeven met verstrekkende gevolgen voor het nageslacht van de klager en zijn partner. Ondanks deze klacht is de praktijkvoering met betrekking tot het inzetten en opvolgen van laboratoriumdiagnostiek na ruim vijf jaar niet wezenlijk aangepast, waardoor de mogelijkheid van het afgeven van onjuiste uitslagen nog steeds aanwezig is. Het RTG acht deze constatering zeer zorgwekkend en legt de huisarts om die reden de maatregel van berisping op.