Medische tuchtzaken waarbij de verantwoordelijkheden bij het stellen van de indicatie, aanvragen en opvolgen van laboratoriumdiagnostiek centraal staan zijn beperkt. Desalniettemin leveren deze tuchtzaken interessante gezichtspunten op die niet alleen relevant zijn voor de aanvrager, maar ook voor de laboratoriumspecialist.
In deze tuchtzaak heeft een arts geen actie ondernomen naar aanleiding van een afwijkende uitslag van een leukocytendifferentiatie ondanks dat de klinisch chemicus geadviseerd had om te overleggen met een internist-hematoloog. Het niet adequaat opvolgen van deze afwijkende uitslagen heeft geleid tot een vertraging van ruim 1,5 jaar in het stellen van de diagnose en het starten van de behandeling.
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) overweegt dat de beklaagde arts tuchtrechtelijk verwijtbaar te kort geschoten is door geen navraag te doen bij de verpleegkundig specialist en zelf geen passende acties te ondernemen richting de internist met betrekking tot de opvolging van de afwijkende bloeduitslagen. Het RTG verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.